Bedankt Electrabel!! Voor de weerzinwekkende totaalvernietiging van de ons nog resterende open ruimte. Getekend: Bellegem – Rollegem, zo staat te lezen op een spandoek waarmee enkele actievoerders hun ongenoegen uitten over de mogelijke inplanting van vier windmolens langs de E403 (1). Straffe taal van een actiegroep die zichzelf verheft tot spreekbuis van alle inwoners van Bellegem en Rollegem. Bij vorige pogingen om op diezelfde plaats windmolens te plaatsen, verzamelden de actievoerders telkens een tweeduizend bezwaarschriften van mensen die hun mening deelden. 2000 handtekeningen dat betekent ook 2000 potentiële kiezers en dus gaf het stadsbestuur telkens een negatief advies. Want zo gaat dat in de (lokale) politiek: je mag de kiezer niet tegen de haren instrijken. Omwille van die behaagzucht van onze politici is er van een beleid op langere termijn – een beleid met visie – al lang geen sprake meer. Met Kortrijk Spreekt is dat – paradoxaal genoeg, misschien – alleen maar erger geworden want Kortrijk Spreekt enkel over kortetermijndoelen en dat is precies het enige wat voor de (Kortrijkse) politicus telt: realisaties die heel even in het geheugen van de kiezer blijven hangen. Klimaatambities voor de langere termijn zijn er misschien wel, maar daar heeft de burger zelf niets over te zeggen, ze worden slechts zelden uitgesproken en in ieder geval niet gerealiseerd. ‘Kortrijk Klimaatstad’ is niets meer dan een holle slogan; het klimaat overstijgt ook ruim de grenzen van klimaatdorp Kortrijk.
De klimaatveranderingen die we nu beginnen mee te maken, hebben heel veel te maken met energieverbruik; vooral met de uitstoot van schadelijke gassen die vrijkomen bij de verbranding van fossiele energie. Zowat iedereen is het erover eens dat die verbrandingsstrategie dringend moet teruggedrongen worden.
Minder energie verbruiken is een eerste mogelijkheid en op dat vlak doet de stad Kortrijk vooral veel flauwe inspanningen. De enige echte resultaatverbintenis die Kortrijk heeft aangegaan is het burgemeestersconvenant. Dat belooft een daling van minstens 20% energieverbruik en CO2 tegen 2020. Nu die 20% wordt ook al door de Europese Unie opgelegd; veel meer dan wat windowdressing door de ondertekenaars van het burgemeestersconvenant is het dus niet. Bovendien is het veel te weinig. Vraag is ook: hoe meet je zoiets? Hoe zal Van Quickenborne aantonen – ook al geen toonbeeld van standvastigheid – dat zijn stad in 2020 meer dan 20% minder energie verbruikt dan in 2014. Of is het 2013? Mij lijkt het vooral koffiedik kijken en nattevingerwerk. Het zou mij niets verwonderen als binnen enkele jaren zal blijken dat die Europese instanties (en de burgemeesters) er eigenlijk al die jaren met hun klak hebben naar gegooid. Ik weet van mijzelf dat ik mijn energieverbruik stelselmatig heb teruggedrongen – en ieder jaar meer betaalde, maar dat is een andere zaak – maar hoe meet je zoiets voor een hele stad? Bestaan daar cijfers van? Idem dito voor de uitstoot van CO2.
Naast minder energie verbruiken, kan je de uitstoot van broeikasgassen ook verminderen door energie milieuvriendelijk te produceren. De windmolens die langs de E403 in Bellegem en Rollegem zouden geplaatst worden, zijn in die zin een stapje in de goeie richting. Maar daar willen die van Bellegem en Rollegem niet van weten. Even wat feiten op een rijtje:
- in de Ijzerhandstraat, waar 2 windmolens zouden komen, staan er 6 huizen en wonen er 15 mensen (in 2011).
- in de Ronsevaalstraat in Bellegem, waar 1 windmolen zou komen, staan eveneens 6 huizen en wonen er 20 mensen.
- in het gedeelte van de Kwabrugstraat, waar 1 windmolen gepland is, staat geen enkel huis.
- de actievoerders geven geen enkel economisch of ecologisch tegenargument.
- het enige argument dat de actievoerders aandragen is: de (visuele) open ruimte wordt door de windmolens verstoord. De appartementsblokken die men pal langs de Leie optrekt, vind ik persoonlijk een veel grotere visuele vervuiling dan vier gestileerde, slanke windmolens. Alleen worden die staal, glas- en betonconstructies voor de beau monde van Kortrijk verkocht als een ‘landmark’ en windmolens als ‘visuele vervuiling’.
- die open ruimte is er lang niet altijd geweest. Die open ruimte is landbouwgrond. Dat is natuur die door de mens in cultuur gebracht is.
- de windmolens staan aan de rand van de open ruimte, begrensd door de E403.
De reactie van het stadsbestuur is heel voorspelbaar. Verschilt ook in niets van die van het vorige stadsbestuur: we schuiven de hete aardappel door naar de provincie. En, zo voegt schepen van Leefmilieu, Bert Herrewyn (SP.a) er in Het Nieuwsblad nog als een volleerde tjeef aan toe, wij verkiezen in elk geval dat de windmolens aan de E17 staan (2). Uiteraard vraagt het schrijvende kruipdier van dienst, Freddy Vermoere, niet waarom Herrewyn dat zo verkiest. Als Roel Deseyn (CD&V) opmerkt dat het Leidal ontbreekt aan een windplan, werpt Herrewyn op dat ‘andere gemeenten dwarsliggen’ (dit is niet in de onlineversie van het Nieuwsbladartikel te lezen omdat het achter een betaalmuur zit). We hadden het kunnen weten: het is de schuld van de anderen en daarom doen wij niets! Toch heerlijk, zo’n schepen van Leefmilieu die zich zo om het milieu bekommert! Bedankt ook, stadsbestuur, Bellegem en Rollegem, voor het weerzinwekkend egoïsme en cynisme waarmee jullie het klimaat van jullie kinderen behartigen.
(2) http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20151112_01966595