Knackworst Stefaan, de klerk van justitie, beweert in het interview in Knack dat hij in zijn eerste ambtsperiode als minister (van 1995 tot april 1998) ‘in het zog van de affaire Dutroux carte blanche kreeg en toen tientallen wetsontwerpen aan de ministerraad heeft kunnen voorleggen’.
Dat is om verschillende redenen een interessante uitspraak die wat toelichting vergt. Het is ook een beetje een rare uitspraak van iemand die beweert dat hij ‘niet de loopjongen van Leterme’ is. ‘Carte blanche’ betekent immers dat hij als vakminister een vrijgeleide had om justitie te hervormen ‘naar zijn beeld en gelijkenis’. Normaal dient een lid van de regering, dat ‘carte blanche’ heeft, zijn wetsontwerpen rechtstreeks in bij de Kamer of Senaat. Zo niet Stefaan, de klerk van justitie. Die diende zijn voorstellen braafjes in bij de ministerraad, zo zegt hij zelf. In die tijd gebeurde dat onder het alziend oog van Dehaene. Dat kan je niet echt ‘carte blanche’ noemen, naar mijn bescheiden mening. Het lijkt er integendeel veeleer op dat Stefaan toen mooi aan de leiband van Dehaene liep. Misschien dan wel zijn loopjongen niet was maar toch zijn schoothondje…. Het verschil met toen is enkel dat hij er toen niet eens zou over gedàcht hebben om zoiets in een interview te zeggen. Zijn uitlating ‘ik ben de loopjongen van Leterme niet’ moet dan ook vooral gezien worden als een slag onder de gordel van diezelfde Leterme. Een ordinaire afrekening in het milieu, zeg maar.
Ook dat ‘tientallen wetsontwerpen’ roept vragen op. In de legislatuur 1995-1999 werden welgeteld 77 voorstellen van senatoren, 124 voorstellen van kamerleden en 194 ontwerpen ingediend door de regering, aangenomen en bekrachtigd. De tientallen wetsontwerpen waar Stefaan, de klerk van justitie, het over heeft moeten in die laatste groep te vinden zijn (allemaal terug te vinden op http://www.senate.be/www/?MIval=/index_senate&MENUID=22140&LANG=nl Vrij te consulteren. Ook voor kritische journalisten). Ik zet, voor de volledigheid, alle wetsontwerpen die wet geworden zijn en de handtekening van Stefaan dragen, even op een rijtje.
Wetsontwerpen ingediend in de Kamer, bekrachtigd en afgekondigd:
Wetsontwerp tot invoeging van een artikel 353bis in het Gerechtelijk Wetboek en tot wijziging van artikel 354 van hetzelfde Wetboek (S. 1-245 dd. 26/03/1996 over de cumul van ambten als gemeenteraadslid of OCMW-raadslid met de functie van personeelslid van de griffie van een rechtbank of parket)
Wetsontwerp tot afschaffing van de doodstraf en tot wijziging van de criminele straffen (S. 1-357 dd. 10/07/1996)
Wetsontwerp tot wijziging van artikel 259quater van het Gerechtelijk Wetboek (S. 1-337 dd. 19/07/1996 over de gerechtelijk stagiairs)
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting (S. 1-461 dd. 21/11/1996 over een verhoging van 4 naar 5 rechters in de rechtbank van 1° aanleg te Neufchateau)
Wetsontwerp betreffende de internationale samenwerking inzake de tenuitvoerlegging van inbeslagnemingen en verbeurdverklaringen (S. 1-393 dd. 20/05/1997)
Wetsontwerp betreffende het gerechtelijk akkoord (S. 1-498 dd. 17/07/1997)
Wetsontwerp betreffende het Centraal Strafregister (S. 1-663 dd. 08/08/1997)
Wetsontwerp tot aanvulling van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de benoeming van toegevoegde rechters (S. 1-705 dd. 10/02/1998)
Wetsontwerp betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964 (S. 1-852 dd. 05/03/1998)
Wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek (S. 1-704 dd. 12/03/1998)
Wetsontwerp tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de arbitrage (S. 1-943 dd. 19/05/1998)
Wetsontwerp tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring (S. 1-883 dd. 10/06/1998)
Wetsontwerpen ingediend in de Senaat, bekrachtigd en afgekondigd:
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de politierechtbanken en de wet van 20 juli 1971 tot vaststelling van de personeelsformatie van de vredegerechten (S. 1-345 dd. 17/02/1997)
Wetsontwerp tot instelling van het college van procureurs-generaal en tot instelling van het ambt van nationaal magistraat (S. 1-447 dd 04/03/1997)
Wetsontwerp tot schrapping van de algemene graad van bode en van de bevorderingsgraden van eerstaanwezend bode, hoofdbode en eerstaanwezend hoofdbode in de griffies en de parketten bij de hoven en rechtbanken en tot wijziging van de voorwaarden om als vertaler bij het parket te worden benoemd (S. 1-420 dd. 20/05/1997)
Wetsontwerp houdende maatregelen teneinde de gerechtelijke achterstand weg te werken bij de hoven van beroep (S. 1-490 dd. 09/07/1997)
Wetsontwerp tot instelling van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling (S. 1-589 dd. 18/03/1998)
Wetsontwerp houdende bekrachtiging van het koninklijk besluit van 2 mei 1996 tot omzetting van de richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, aangevuld bij de richtlijn 92/51 van de Raad van 18 juni 1992 wat het beroep van advocaat betreft en van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 tot wijziging van de artikelen 428bis tot 428decies van het Gerechtelijk Wetboek ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 1996 tot omzetting van de richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, aangevuld bij de richtlijn 92/51 van de Raad van 18 juni 1992 wat het beroep van advocaat betreft (S 1-939 dd 15/05/1998)
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting, de wet van 15 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van koophandel en tot wijziging van de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek, de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg en de artikelen 151 en 213 van het Gerechtelijk Wetboek (S.1-953 dd 10/08/1998)
Wetsontwerp tot wijziging van artikel 519 van het Gerechtelijk Wetboek en tot opheffing van de artikelen 520 en 522 van hetzelfde Wetboek (S. 1-819 dd. 20/05/1998 over gerechtsdeurwaarders, gerechtskosten, vergoedingen en onkosten).
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Tunesische Republiek betreffende wederzijdse rechtshulp in burgerlijke zaken en in handelszaken, ondertekend te Tunis op 27 april 1989, en houdende wijziging van het Gerechtelijk Wetboek (S 1-716 dd.25/3/1999)
Voilà. Dat zijn ze dan allemaal, de werken van Stefaan, de klerk van justitie. In totaal werden door hem dus 21 wetsontwerpen ingediend. Dat zijn dus die tientallen zoals hij zelf, nogal overmoedig, beweert en zoals die kritische journalisten klakkeloos aanvaarden……. Een pak van die wetsontwerpen zijn trouwens niks meer dan cosmetische wijzigingen of routineklussen. Eigenaardig genoeg maakt hij in het interview geen melding van zijn meest ‘revolutionaire’ daad in zijn eerste periode als mini-ster: de afschaffing van de doodstraf. Misschien omdat hij vreest dat die daad hem bij het brede publiek niet zo in dank afgenomen wordt? Interessant om weten is ook dat de Grote Hervormer, de ‘belichaming van de hervorming van Justitie’, Stefaan, de klerk van justitie, toen een wetsontwerp indiende om de achterstand bij de hoven van beroep weg te werken. Een wet die bijzonder inefficiënt gebleken is want het probleem is ondertussen alleen nog maar groter geworden. Overigens is het niet alleen bij de hoven van beroep dat dit probleem zich stelt. Een wet die zo weinig efficiënt is dat die door zijn ambtsgenoot van administratieve vereenvoudiging eigenlijk meteen naar de prullenmand moet verwezen worden. Want dat is wat je met een slechte wet moet doen…….
Het lijkt er heel sterk op dat Stefaan, de klerk van justitie, in het interview in Knack, erg veel last heeft van een wel erg selectief geheugen en bewust een ander en mooier beeld van zijn daadkracht (of het gebrek eraan) in zijn eerste periode als mini-ster wil ophangen…. Hierin geholpen door twee bijzonder kritische journalisten.